2 duimlengtes gember, geschild en fijngehakt
3 à 4 tenen knoflook, fijngehakt
½ schijfje gula djawa ( palmsuiker) verkruimeld
150 ml ketjap manis
sap en fijne rasp van 1 citroen
zout en peper
1 pak tempeh
olie om in de bakken
1 handvol emping optioneel als garnering.
Maak de bumbu/boemboe:
Schil de gember en snijd deze fijn. Maak de knoflook schoon en hak zede fijn. Doe beide over in een vijzel er roer en druk met de stamper net zolang tot je een fijne pulp hebt gekregen.
Voeg de gula djawa toe en ga door met vijzelen.
Voeg de ketjap toe en roer alles goed door elkaar, breng op smaak met zout, peper, citroenrasp en citroensap.
Snij de tempeh in plakken van 1,5 centimeter en snij deze weer die weer in blokken van 1,5 cm.
Giet de marinade erover en dek de schaal af. Laat zeker 1 uur marineren, maar liever langer.
Rijg de stukken tempeh aan op in water geweekte saté prikkers en bak deze in een laagje olie aan beide zijden krokant.
Verwarm de overgebleven marinade en kook deze een beetje in.
Schenk deze saus over de tempeh saté voor het uitserveren.
Dien meteen op.
Foto:
Tempeh satè geserveerd met een noedels gerecht. Ik heb ook wat van de overgebleven marinade door de noedels gedaan: Heerlijk met een licht frisse smaak door de citroenrasp.
: 8-10 stokjes
: 30 minuten + marineren
: Recept uit de Streken van Van Boven: Klik hier
: Afdrukken
